Met die woorden kondigde Anneke Wiltink altijd een kleine grote stap aan.
En daar nam ze graag anderen in mee. Gedreven, nieuwsgierig en aanstekelijk.
Een cursus kinderverhalenschrijven was écht ook iets voor mij, vond ze 24 jaar geleden. Om haar een plezier te doen ging ik mee. Zo begon het en we hielden niet meer op.
Vandaag namen we afscheid van Anneke. In de grote Kleine Kerk van Veere.
Weet je wat het is? ‘Always believe something wonderful is about to happen.’
Dankjewel, lieve An!
Misschien is deze titel wat overdreven, maar toch: schrijvers zetten de dingen graag een beetje vet aan. Pien, uit Homme en het noodgeval, heeft niet zomaar grote handen maar handen die wel twee keer om de buis van het klimrek kunnen. De raampjes van Raaf, uit Het kleine heelal, zijn niet alleen achterlijk klein; maar ook nog formaat kattenluik,
Overdrijven werkt vooral goed als je het voor je kan zien. Probeer maar:
Een miljoen lolly's of vijf voetbalvelden vol lolly's?
Heb je wat aan deze waanzinnig geweldige tip? Dan nog even dit: overdrijven moet je niet overdrijven.
Ik mocht aanschuiven bij de Rotterdamse-leerkrachten-boekenclub. Ze hadden Het kleine heelal gelezen en kleurrijk ontleed. Het werd een fijn gesprek waarin boek en werkelijkheid elkaar steeds raakten. En over de achterkant van het verhaal, waar al die darlings gekilled zijn.
Vol van mijn eigen boek fietste ik terug naar huis.
Op camping ‘Het kleine Heelal’ was de ontvangst voor Raaf wat karig, van de lezers krijgt ze een warm onthaal. Het voelt een beetje als een kind dat op kamers gaat, een eigen leven gaat leiden en eigen vrienden maakt.
Drie zonen en drie boeken zijn nu uitgevlogen. We houden contact en ze komen regelmatig langs; op bezoek. Hun zolderkamer heeft een opknapbeurt gekregen en een nieuwe huisgenoot heeft zich gemeld: Een personage om de komende jaren mee op ontdekkingsreis te gaan. Vast weer met de nodige hindernissen en valpartijen. Gelukkig komt Raaf vaak even binnenrennen voor een glaasje sinas of een paar fruittella’s. Aardbeien.
Terwijl ik nog door mijn verhaal doolde, tekende Evelien Jagtman alvast aan het omslag. Dat pakte ze grondig aan: in haar moestuin bouwde ze de hemelhut uit het Kosmosbos na en schiep daarmee een betoverend beeld. Een afdruk daarvan hing vervolgens maanden bemoedigend naast mijn computer. Langzaam vond ik mijn weg het bos uit, de camping over, de lange Provincialeweg langs. Alleen de geit bleef in het bos achter.
‘Het nieuwe jaar is al lang begonnen en we hebben nog niks gestuurd,’ riep Zwijn.
‘Prima,’ zei Zwaan. ‘Daar heb ik ook helemaal geen tijd voor. Ik probeer te vouwen.’
Zwijn ging naast haar zitten. ‘Maar dan denkt iedereen dat we ze vergeten zijn.’
‘Dat is toch ook zo,’ antwoordde Zwaan.
‘Niet helemaal,’ knorde Zwijn. ‘Of ze denken ze dat we dood zijn.’
Zwaan keek op en zei: ‘Of dat we er gewoon geen zin meer in hebben.’
‘Ik heb er wel zin in!’ zei Zwijn en begon druk in de kranten te bladeren.
‘Wat doe je?’ vroeg Zwaan.
‘Ik zoek vast het jaarthema op,’ antwoordde Zwijn. ‘Hebbes!’
‘En, wat is het?’
‘2023 is het jaar van…’ Toen zweeg Zwijn ineens.
Hij scheurde een stukje krant uit en hield het omhoog.
‘AARDIGHEDEN,‘ las Zwaan voor. ‘Wie bedenkt toch altijd die onzin?’
‘Geen idee,’ zei Zwijn. ‘Maar het is vast ergens goed voor. Vooral nu.’
Snel schoof hij de rest van de krant onderop de stapel. ‘Kom, aan de slag.
Teken jij mij, dan help ik jou straks wel even met dat vouwwerk.’
Zwaan knorde: ‘Nou, zo makkelijk is vouwen niet hoor!’
2023 Europees jaar van de vaardigheden. Veel plezier!
Na het stille genieten mag het nu van de daken: Gisteren ontving ik het Charlotte Köhler Stipendium 2022. Eens in de 5 jaar gaat deze aanmoedigingsprijs naar een beginnend jeugdboekenschrijver.
Enne Koens, de vorige winnares, vormde samen met Toin Duijx en Jaap Friso de jury en las het juryrapport voor. '...de onderkoelde humor, de ontroering en het mededogen.'
'...die het experiment niet schuwt en durft te schuren.'
Je gezien voelen, geeft je vleugels. Zeker met zoveel collegaschrijvers in de zaal.
Het voelt als de ultieme uitnodiging om weer vrolijk verder te ploeteren.
De leukste gastlessen zijn die waarbij ik iets nieuws leer over mijn eigen boek.
Groep 8 had ter voorbereiding van mijn komst samen een paar hoofdstukken van Portiek Zeezicht gelezen. Polderbroek heet het eerste hoofdstuk. Ze konden me haarfijn vertellen wat dat was: Een onderbroek met hoge zijkanten. En ze legde me ook graag uit waarom het zo heette: om een polder droog te houden heb je hoge dijken aan de zijkanten nodig.
Soms leggen lezers verbanden in een verhaal die ik zelf nog niet opgespoord had. Dan wordt het zo'n over-en-weer-les. Dat zijn het leukste.
Gewone Huisspin belde Gewone Pad. Ze belden elkaar tegenwoordig elke donderdag, om over het ongewone te praten.
Nu Gewone Huisspin thuis moest blijven, en Gewone Pad niet meer zomaar op pad mocht, was het fijn om zo toch samen een ommetje te maken.
‘Ik verlang naar een nieuw jaar,’ zei Gewone Huisspin na een lange stilte.
‘Ja! Een jaar speciaal voor ons,’ riep Gewone Pad.
Gewone Huisspin glimlachte in zijn telefoon en zei: ‘Een Gewoon-jaar.’
Gewone Pad knikte terug en fluisterde: ‘2022 wordt vast heel bijzonder.’
Als linkshandige had ik lange tijd een moeizame relatie met vulpennen. Uiteindelijk bleek een kleine draai van mijn pols voldoende om de inkt te ontwijken en ongeschonden te laten drogen. Dat heeft mijn samenwerking met de vulpen goed gedaan. Sinds mijn ontmoeting met de Kaweco-Sport ben ik zelfs helemaal om. Afgelopen zaterdag had mijn groene Art-Sport een kleine onderhoudsbeurt nodig. Ons stadje heeft gelukkig een vulpennenwinkel met een speciale Kaweco-kast én een toegewijde verkoper. Terwijl hij mijn oude Sport onder handen nam, draaide ik eindeloos doppen van en op de nieuwe modellen. Het belangrijkste van een vulpen is namelijk de klank. Die moet een beetje lobbig zijn; verwachtingsvol en geruststellend. Als een schouderklopje; onweerstaanbaar.
De fundering ligt, de constructie staat, de ruwbouw is klaar, de afbouw begint vorm te krijgen. Een boek schrijven heeft wel iets van een huis bouwen. En straks, na de oplevering mogen de lezers het gaan bewonen.
Tussendoor een oefening in verbeelden gedaan: De Tomatenstraat uit 'Het kleine heelal' uitgetekend. Met Sennelier oilpastels, ook uit het boek.
Ik was nooit zo'n festivaldier. Tot gisteren.
De hele dag mocht ik voorlezen en ijzerdieren maken op het Mooie-kinderboeken-festival in Den Bosch.
Van oude rommel iets nieuws maken, daar word ik zo gelukkig van.
Afgedankte fietsonderdelen worden nieuwe ijzerdieren, herinneringen worden nieuwe verhalen.
Er is maar een ding nóg leuker: Kinderen ijzerdieren laten maken.
Soms duurde het even, maar álle deelnemers ontdekte er een.
Nog mooier dan de dieren zelf is dat moment van de verbeelding.
Inktvis en Papiervis zaten in de oude bibliotheek.
‘Liefje, waar ben je zo druk mee?’ vroeg Papiervis met volle mond.
‘Stil!’ riep Inktvis. ‘Ik ben er bijna.’
‘Waar?’
‘Bij nu!’ antwoordde Inktvis. ‘En dan kunnen we eindelijk aan de toekomst beginnen!’
‘Ik wil helemaal geen toekomst!’ zei Papiervis. ‘Ik hou van lang geleden.’
Inktvis keek op van zijn werk en schudde zijn hoofd.
‘Wat zijn we toch verschillend. Waarom eet jij gaten in het verleden?’
Papiervis haalde zijn schouders op. ‘Ik probeer de geschiedenis een beetje mooier te maken.’
‘Dat is valsspelen!’ riep Inktvis.
‘Maar ik hou van mooi,’ zei Papiervis en hij bloosde.
Inktvis legde al zijn vulpennen neer en sloeg zijn tentakels om Papiervis heen.
‘Laten we de toekomst dan een beetje mooier maken.’